De Playdate-handheld van Panic ligt in het gras.

review

Playdate

Speels in visie, ontwerp en uitwerking

Tom Kauwenberg

 |

26 juni 2024

De Playdate is een spelcomputertje als geen ander. Met een eigenzinnige en vooral retro insteek wil Panic duidelijk niet overlappen, laat staan concurreren, met bestaande machines. Dit zwartwit systeempje staat volledig op zichzelf. Dat zal voor velen niet dé manier zijn om gaming als hobby te praktiseren, maar toch: de Playdate is een verdomd leuk apparaatje.

 

Gezien de unieke insteek is de Playdate absoluut een nicheproduct te noemen, met bijbehorend tarief. Hoe low-fidelity de Playdate ook overkomt, het apparaatje kost een behoorlijke 199,99 dollar, exclusief verzending en invoer vanuit de Verenigde Staten. In mijn geval hikte de uiteindelijke bon richting de tweehonderdvijftig euro.

Dergelijke prijzen naderen die van een luxeproduct als de Analogue Pocket − en die komt zowaar met een kleurenscherm. Dus ja, ik begrijp dat de prijsoverweging een moeilijke zal zijn voor sommigen. De Playdate is speels, maar niet voor iedereen.

Even over die prijs…

Toch is het niet gek, zo’n twee barkies. Panic ontwikkelde de Playdate in-house als compleet nieuw platform, met een eigen besturingssysteem, ontwikkeltaal en ongebruikelijke specificaties en spelinvoer − waarover later meer. Even een nieuwe spelcomputer uit de grond stampen; dat is niet niks. Vanzelfsprekend gaat daar meer tijd en moeite inzitten dan, bijvoorbeeld, het afleveren van een “moderne Game Boy” of een Android-systeempje.

Naast jaren aan ontwikkeling zit bij de aankoopprijs ook een eerste ‘seizoen’ aan downloadbare Playdate-spellen inbegrepen. Gedurende zo’n seizoen ontvang je Playdate wekelijks telkens twee nieuw spelletjes om te spelen. In geval van Season One betreft dat zeker 24 uiteenlopende titels gedurende een kwartaal. En omdat de Playdate zo uniek is, blijkt elk spelletje een ervaring exclusief voor het apparaatje. System sellers te over.

Uiteraard zijn er meer spellen (en applicaties) los aan te schaffen via onder meer een eigen Catalog-webwinkeltje, maar de seizoenen krijg je op de koop toe. De twee dozijn aan ‘gratis games’ is slim gecureerd door Panic, uiteraard om de mogelijkheden van de Playdate ten toon te stellen.

Geanimeerde afbeelding van de Playdate-introductie, waarbij de Playdate in zwartwitte pixels richting de speler wentelt.

Playdate − Technische specificaties

  • CPUSTM32F746 ARM Cortex M7F (168 MHz)
  • Cache8 KB (L1)
  • Geheugen16 MB RAM
  • Opslag4 GB flash
  • Scherm2,7″ Sharp Memory LCD
  • Resolutie400 x 240 pixels
  • SchermhelderheidOnverlicht (0 nits)
  • InvoerVierpuntsdruktoets, A/B-knoppen, menu/slaap-knoppen, analoge zwengel
  • Additionele input3-assige gyroscoop, microfooninvoer
  • Accu40 WHr lithium-ion
  • LuidsprekersMono-luidspreker inbegrepen
  • Poorten3,5 mm audio-uit, USB-C
  • Draadloos2,4 GHz Wi-Fi (802.11bgn), Bluetooth 4.2-audio (“Coming soon”)
  • Gewicht86 gram
  • Afmetingen76 x 74 x 9 millimeter (breedte x lengte x hoogte)
  • InbegrepenUSB-C-naar-A-kabel (1 meter)

Zwengel at a bitch

De mogelijkheden van de Playdate zijn echter, vanzelfsprekend, nogal beperkt. Het ultralichte handheldje bevat niet bijster veel rekenkracht en komt nota bene met een 1-bit LCD-schermpje. Dat lees je goed: deze onverlichte pixels kunnen enkel aan (zwart) of uit (grijs). Zelfs monochrome overgangen zijn er niet; die worden nageaapt met om-en-om opgevulde pixels, echt zoals vroeger. De Playdate is zo oldskool als de pest.

Niet alleen maken deze specs de Playdate uitzonderlijk retro, het stelt spelontwikkelaars ook voor een interessante kwestie. Als games überhaupt niet heel mooi of complex kunnen zijn, hoe ga je dan een spel interessant houden? Veel van de titels in het eerste seizoen hebben daar al een sprekend, speelbaar antwoord op. Zij maken gebruik van sterke pixelart, goed schrijfwerk of een ludieke insteek voor dat ándere unicum van de Playdate: de zwengel.

Dat is uiteindelijk toch wat de Playdate extra eigenzinnig maakt: een uitklapbaar en analoog hengeltje. Niet om de Playdate mee van stroom te voorzien of mee op te voeren, maar puur om als spelinvoer beschikbaar te staan. Ook dat prikkelt ontwikkelaars en spelers: hoe gaan spelletjes die invoer gebruiken?

In de ene game stelt de zwengel een camera scherp, in de ander bestuurt het een surfplank met precisie. Niet alle games koppelen een gimmick aan het armpje, maar de hoogtepuntjes uit Season One maken er innovatief gebruik van. En ja: hij zwengelt best lekker. Zelf had ik iets meer tractie verwacht − denk aan een dynamo − maar in de realiteit voelt het wat soepeler, met alsnog voldoende wrijving om in positie te blijven zonder aanraking.

Close-up van de zwengel ("crank") aan de rechterhand van de Playdate-handheld.

Platte camera-knopjes

Naast de zwengel houdt de Playdate de invoer relatief beperkt. Een vierpuntsdruktoets, een A- en B-knop en hoogstens een eigen menutoets moeten volstaan. Optioneel kunnen ontwikkelaars nog experimenteren met een 3-assige gyroscoop of microfooninvoer, maar vooralsnog lijken weinig games daar daadwerkelijk iets mee te doen. Het gros doet beroep op de fysieke invoer die voorhanden is.

De vierpuntsdruktoets en face buttons zijn opvallend vlak, met een vrij enthousiaste klik in gevoel en geluid. De knopjes zijn aanzienlijk minder ‘wollig’ dan de stevige alternatieven van bijvoorbeeld de Analogue Pocket en Game Boy. Denk aan de knopjes op een plastic digitale camera anno 2004: een diepgaande tast is anders.

Het afgevlakte drukgevoel geeft deze toetsen wellicht een goedkoper randje, maar echt storend is het niet te noemen. De Playdate klikt en klinkt uiteindelijk vooral vrolijk weg, wat prima past bij het stijltje van de handheld. Tijdens een treinreis trekt dat geklik mogelijk wél wat aandacht, maar tegelijkertijd: het knalgele onderzettertje-met-zwengel doet sowieso koppen keren.

De Playdate ligt plat, met de USB-C-poort, microfoon en audiojack duidelijk zichtbaar aan de onderzijde.

Tienerlijke vindingrijkheid

Sowieso valt er veel te zeggen over het algehele overkomen van de Playdate. Het zal alsnog een kwestie van smaak betreffen, maar ik ben persoonlijk enorm gecharmeerd van hoe dit visueel in elkaar zit. De bijna blokkendoos-achtige bouw in dat warmgeel jasje; ik mag dat wel. Niet alleen omdat ik “goed ga” op warme geeltinten − heb je mijn website wel eens gezien? − de Playdate is ook gewoon heel speels gebouwd.

Designkenners zal het niet verbazen dat de Playdate mede ontwikkeld is door teenage engineering, die wel vaker schitteren met speelzaam ontwerp. Een goed voorbeeld daarvan zijn de pocket operator-synthesizertjes van teenage engineering. De muzikale printplaatjes zijn relatief barebones gebouwd, maar ogen alsnog speels. Precies dat ontwerp past prime bij de hele visie rondom de Playdate: lekker spelen, met een zekere mate van minimalisme.

De Playdate is daardoor, net als de pocket operators, ruim voldoende robuust. Het ABS-plastic omhulsel voelt wat dun, maar krassen of deuken ga je niet snel in de matte coating vinden. De hele Playdate is sowieso vrij licht en handzaam; er kan eigenlijk niet veel fout gaan. Zelfs het aluminum zwengeltje − je zou verwachten een bouwtechnische achilleshiel − voelt rigide en kan netjes in het chassis zelf genesteld worden. Zij het bij gebruik of tijdens vervoer: die breekt heus niet zo maar af.

Achterzijde van de Playdate-handheld van Panic. Het logo in het midden is in reliëf en de tekst rechtsonder toont aan dat het een model van het eerste jaar betreft.

Meer dan één seizoen aan lol

Laat het duidelijk wezen: de Playdate is een mooi apparaat, waarbij de speelse element duidelijk voorop staat. Daarvoor verdienen zowel Panic als teenage engineering lof. Maar hoe zit het dan met de uitwerking? Is het ook een voldoende leuk apparaat om op te blijven pakken − zeker voor de stevige tweehonderd dollar adviesprijs?

Ook dit blijft gebonden aan smaak, maar wat mij betreft is de Playdate een geslaagde handheld, prikkelend als-ie is. Het apparaat nodigt uit om eens in de zoveel tijd opgepakt te worden, vaak voor kleine, hapsnap speelsessies. Voor doorgewinterde gamers is dat meer als een verzetje náást een ‘hedendaagse’ pc of console, maar alsnog: het is wel een erg leuk verzetje.

Geanimeerd GIF-plaatje van Whitewater Wipeout, een van de eerste spellen in Season One op de Playdate.

Zeker in het eerste seizoen zitten tal van uiteenlopende spelletjes, die vaak iets prikkelends bedacht hebben voor de zwendel-invoer. Sommige duren een paar uurtjes, andere zijn herspeelbare arcade-spelletjes van hoogstens tien minuutjes. Tussen de twee dozijn titels schitteren anti-kapitalistische puzzelspelletjes, sombere noirverhalen of gewoon grappige gimmicks voor de zwengel.

Vooral de tocht door al die titels, telkens uitkijkende naar wat deze ontwikkelaar weer voor unieks heeft bedacht op het piepkleine apparaatje, levert een ervaring waar bijvoorbeeld de Xbox en PlayStation geen kaas van hebben gegeten.

Voor de prijs krijg je drie maanden lang een aanstekelijk apparaatje, waar elke week weer iets nieuws te beleven is. De ene game slaat beter aan dan de ander (wederom: smaak), maar dat maakt de beleving van zo’n seizoen natuurlijk ook des te avontuurlijker. Het heeft iets nostalgisch, zo’n drip feed aan allerlei ervaringen, alsof je wacht op het volgende schijfje met demo’s van een maandblad of de lokale bibliotheek.

Gedurende het eerste levensjaar was de Playdate praktisch alleen Season One, maar gaandeweg is de handheld vanzelfsprekend doorgegroeid. De Playdate schenkt na het starterseizoen niet langer elke week twee cadeautjes − compleet met koddige uitpak-animaties in het menu − maar teert op bijdrages van allerlei andere ontwikkelaars voor het platform. Zij dat gerenommeerde indies, partners van Panic of homebrew hobbyisten; de keuze is reuze.

Close-up van het 1-bit LCD-scherm van de Playdate; de afzonderlijke pixels zijn duidelijk zichtbaar.

De Playdate als platform

Sowieso lijkt Panic er een zuiver platform op na te houden. De Playdate als console is open voor iedereen en de instapdrempel om zelf een spelletje te programmeren wordt actief verlaagd. Met ontwikkelomgevingen als Pulp is het makkelijk om zelf een game voor de Playdate in elkaar te zetten. Het apparaatje en de spelletjes nodigen je uit ook eens te experimenteren met game-ontwikkeling.

De beste van de beste applicaties kunnen via de officiële Catalog direct aan Playdate-spelers verstrekt worden, zij dat enkel wel na selectie vanuit Panic. Sommige ervarinkjes zijn gratis, voor grotere games worden prijzen gerekend tot ongeveer 10 dollar. Net als de seizoensgebonden games haalt de Playdate deze bestanden zelfstandig van het internet, middels het ingebouwde Wi-Fi. Zeker in contrast met zwartwit pixels is dat misschien nog wel de meest hedendaagse feature van de handheld: het draadloze gemak.

Maar ook minder gecureerde sideloading wordt verwelkomd. Vrijwel iedereen kan en mag via derde partijen, zoals itch.io, games of toepassingen voor de Playdate aanbieden. Deze dienen over de kabel op het apparaat geladen te worden, maar de sideloads komen desalniettemin netjes tussen je andere applicaties te staan, eventueel ook met hun eigen startanimaties vanuit het OS. In vrijwel alles voelt de Playdate eigenzinnig en speels, zelfs de aanpak van hoe er spellen op het apparaat verschijnen of van wie.

Zeker de markt op itch.io is het aanraden waard voor de Playdate. Voor nop haalde ik daar bijvoorbeeld focus, een minimalistische pomodori-timer binnen. Aan de andere kant: vanuit de Catalog kocht ik Pocket Planner (à 5 dollar), om voortaan ook een to-do-lijst en voice-memo’s bij te houden op het apparaatje. De Playdate op deze manieren naar je eigen hand zetten, kan best een interessant avontuur zijn.

Vooraanzicht van de Playdate, hier afgebeeld op een houten bartafel met oranje gloed.

Lange batterijduur en speelse aantrekkingskracht

Voor de verandering eens geen pijnpunt: de accuduur. Met de geringe rekenkracht en een onverlicht zwartwitscherm gaat de Playdate makkelijk twee weken mee. Niet uren, waar we vaak over spreken betreffende populaire handhelds als de Steam Deck, maar wéken. En gebruik je de Playdate niet, dan doet hij dienst als een koddig klokje. Dat is een bijkomend voordeel van pixels die zó zuinig zijn, dat ze praktisch nooit volledig uitgeschakeld hoeven te worden.

Dat helpt ook met de overtuigingskracht; het is in ieder geval geen console waar je voortdurend voor moet zorgen. Zowel het apparaat als de spellen hoeven zelden geüpdatet te worden. Games wegen hoogstens een paar megabyte en van laadtijden is sowieso amper sprake. De Playdate staat nagenoeg altijd startklaar voor je, zelfs al heb je ‘m een paar dagen in een tas of op de plank laten slingeren. En heeft de batterij toch de geest gegeven, dan is-ie met circa tien minuutjes weer vol genoeg voor een paar dagen, plus een stevige speelsessie of twee.

Uiteindelijk is dat natuurlijk ook een beetje de appeal van het apparaat. Stop ‘m in je binnenzak of leg de Playdate prominent op je bureau; er gaan genoeg minuutjes downtime komen om even te spelen met het ding. Pak ‘m op en piel eventjes in een spelletje, zo simpel is het. De Playdate is misschien wel uitzonderlijk luxe fidget-speelgoed. Niet voor niets werkt Panic nog aan een Playdate Stereo Dock dat als Bluetooth-speakertje (én pennenbak) fungeert: de bedoeling is dat dit lekker speels op een bureau mag prijken, immer klaar om even mee te priegelen.

De Playdate in een open handpalm. Op het scherm staat een digitale klok, die de tijd in het Engels uitschrijft.

De Playdate, concluderend…

Wellicht ten overvloede, maar nee: de Playdate is niet voor iedereen. De gemiddelde gamer zal hier de neus voor optrekken, want het zwartwit systeempje “stelt toch niet bar veel voor”, maar kost alsnog dik twee barkies. Zo’n denkwijze is prima te begrijpen, al sta ik er zelf dus anders in.

Voor mij persoonlijk is de Playdate namelijk wel uniek genoeg om het bakken met bestaansrecht te geven − en daarmee ook de fikse prijs recht te praten. Juist omdát de Playdate zo simpel, zwartwit en ‘beperkt’ is, biedt het een compleet andere manier van games ervaren. Een ervaring die zowel enorm retro als modern voelt. Van het organisch ontdekken van spelletjes en applicaties tot aan de mogelijkheid om altijd wel even snel iets aan te slingeren; het voelt allemaal lekker oldskool, met (afhankelijk van je leeftijd) ook wel een vleugje tedere nostalgie.

Des te mooier ook dat het apparaat alsnog efficiënt in elkaar gezet is. Samen met teenage engineering heeft Panic daadwerkelijk een charmant stukje speelgoed neergezet, dat ondanks een zwartwit en onverlicht scherm alsnog modern genoeg voelt.

Het miniformaat en de letterlijk wéken aan batterijduur zorgen ervoor dat de Playdate eigenlijk overal mee naartoe gaat. Even wachten bij de gate? Tijd voor een potje Hyper Meteor. Voor de beeldvorming: de luxere Analogue Pocket en zeker de logge Steam Deck gaan lang niet altijd mee op vakanties of zakenreisjes. Ben ik thuis, dan staat de Playdate immer binnen handbereik, op een plank pal boven het werkbureau. Immer klaar om “gewoon even te spelen”.

Playdate

In het kort...

Wat kost de Playdate?

Panic prijst 'm op 199 dollar, inclusief Season One aan games (en exclusief verzendkosten en importheffing).

Wat kán je dan met zo'n simpel apparaatje?

Een boel unieke games en ervaringen ontdekken, vaak (maar niet altijd) met interessante gimmicks rondom de zwengel.

Voor wie is dat interessant?

Oudere gamers, die bijvoorbeeld opgegroeid zijn met zwartwit handhelds, demo-schijfjes en/of Tamagotchi's, mogen op een nostalgisch avontuurtje met de Playdate.

Wat zijn de beste games uit Season One?

Whitewater Wipeout, Pick Pack Pup, Lost Your Marbles en Zipper, to name a few.

Heeft de Playdate als platform een toekomst?

Zeker. Playdate staat open voor nieuwe spellen en software, uit alle hoeken. Met het open SDK en toepassingen als Pulp wordt het bovendien makkelijker om zelf spelletjes af te bakken voor de Playdate.