review
Nacon Revolution Pro Controller 3
Degelijk is het zeker, maar revolutionair? Dat minder…
Waar Xbox inmiddels hun eigen platform al twee ijzersterke “pro-controllers” bracht, spendeert Sony dat werk uit aan derde partijen. Ook PlayStation kent zo luxere gamepads; een sector die vooral nieuwkomer Nacon hartelijk welkom heette. Het Franse merk maakte in afgelopen jaren furore met hun Revolution-serie, die inmiddels al lang en breed in een derde generatie verkeert.
De Revolution Pro Controller 3 is daarin het nieuwe(re) paradepaardje, die nog schappelijk onder Nacons uitbundige “Unlimited”-variant wordt geplaatst. Voor een richtprijs à honderd euro heb je met dit model dan een controller die meer kan dan Sony’s gestandaardiseerde DualShock 4, met legio functies die over de laatste jaren ook weer lekker doorgegroeid zijn.
Meer knoppen, hogere precisie en grotere afstelbaarheid; de derde Revolution doet het allemaal. Maar voor wie loont die luxe dan precies — en is het daarmee dik honderd euro waard?
Anders dan anders
Officiële Sony-licentie of niet; dit is vooral Nacons interpretatie van wat een “professionele” controller voor de PlayStation 4 (én pc) inhoudt. Dat wil zeggen; meer mogelijkheden, mét wat kanttekeningen die in acht genomen moeten worden.
De Revolution Pro Controller 3 is allereerst een controller die geen draadloze functionaliteiten heeft. Met een drie meter lange USB-C-kabel bereik je nog altijd gemakkelijk je game-apparaat, maar vrij rondlopen is geen optie meer. Die luxe lever je in omdat pro-gamers niet gaan voor comfort, maar snelheid en precisie. Daarnaast drukt het kosten en slijtfactor; ook niet onbelangrijk.
Een ander, fundamenteel verschil is de ligging van de pookjes. Deze zijn niet geschrapt, maar simpelweg asymetrisch herplaatst – meer naar Xbox’ en Nintendo’s idealen. Voor de een is dat misschien een doodzonde, voor de ander vormt het een welkome verandering. Zelf val ik eerder onder dat laatste, waarmee ik ook inzie waarom Nacons Revolution-serie by default al veel populariteit heeft kunnen vergaren.
Ook de directional pad heeft inmiddels een milde facelift gehad; die keert deze generatie dan toch terug naar de iconische kruisvorm. Op dat front lijkt Nacon (wederom) geïnspireerd door Xbox’ controllerlijn, zij het dat dit steviger aanvoelt dan wat Microsoft en Sony aanvankelijk standaardiseerde.
Verder spiegelt de Revolution wat de DualShock doet, op zo veel mogelijk fronten. Denk aan de inclusie van een 3.5mm audiopoort, een functionele (al dan niet vergeetbare) touchpad, maar ook de vertrouwde PlayStation-, Share- en Options-knoppen, die op pc mooi vertaald worden naar XInput-standaard. Allemaal iets anders dan anders dus, maar zeker wel “heel wat” controller voor je knaken.
Nacon Revolution Pro Controller 3 – Technische specificaties
- Gebruik Enkel bedraad, op PlayStation 4 of pc
- Kabel Gevlochten USB-C naar USB-A, 3 meter lang, verwijderbaar
- Modi Drie standen (regulier, uitgebreid en pc), elk met vier profielen
- Firm- en software Via Revolution Software 3
- Joysticks Twee 46º concave pookjes, digitaal verstelbaar
- Indeling Asymmetrische pookjes (meer naar Xbox-standaard)
- Interface knoppen DualShock 4-standaard, plus vier programmeerbare rugtoetsen
- Face buttons Omron-schakelaars
- Extra sensoren Touchpad volgens PlayStation 4-standaard
- Vibratie Twee trillingsmotoren, afzonderlijk aanpasbaar in sterkte
- Gewicht 235 gram (exclusief kabel en extra gewichten)
- Afmetingen 200 x 189 x 89 millimeter (breedte x diepte x hoogte)
- Materiaal Voornamelijk kunststof
- Ook inbegrepen Gewichten (2×10, 2×14 en 2×16 gram), draagtasje, poetsdoekje
Voor wat, hoort wat
Wat je verandert of “opoffert” aan de Revolution Pro Controller 3 ten opzichte van een reguliere DualShock, krijg je dubbel en dwars terug in mogelijkheden. Wie immers meer uit zijn of haar controller wil halen, kan naar smaak blijven aanpassen met een gamepad als deze.
Met vier extra knoppen op de achterzijde, twee veelzijdig inzetbare pookjes en allerlei on-board profielen om samen te stellen, opent de derde Revolution talloze deuren.
De mogelijkheden zijn, tot op zekere hoogte, eindeloos. Denk aan verbeterd knoppenmanagement, kunnen herladen, rennen én richten tegelijkertijd of je pookjes per-fect ijken voor die snoeiharde 360 noscopes. Misschien kost het even wat afstelling en oefening, maar in theorie kán dit ding de beslissende factor zijn in die ene clutch die je team naar de overwinning brengt. Vandaar ook die Pro-term, natuurlijk.
Gamen met gewicht
Mocht je echt zwaar aan je controllergevoel tillen, dan is het ook mogelijk om het gewicht van de controller enigszins aan te passen en te verspreiden over de linker- en rechterzijde. Want dat doet ertoe, voor sommige gamers.
Aan de hand van meegeleverde gewichtjes plop je ook die (tegenwoordig vrij gemakkelijk) in de achterzijde — al is het merkbare verschil vaak miniem. Persoonlijk vind ik de controller, ook op zijn zwaarst, nog ietwat te licht aanvoelen, maar ook dat is natuurlijk smaakafhankelijk.
Samen met het meegeleverde draagkoffertje, zijn de gewichtjes nog wel het meest uitbundige “extraatje” wat de Revolution-serie kenmerkt. Voor velen zal het bijzaak zijn, maar het misstaat Nacon in ieder geval niet.
Zelf zou ik verwisselbare pookjes in een hoger vaandel zetten dan extra grammetjes of een draagtasje, maar dat besteedt Nacon tegenwoordig alleen nog maar uit voor het luxere “Unlimited“-model. Iedere gamer z’n ding. Voor Nacon middensegment is dit wat je mag verwachten à honderd euro.
Een professionele tast?
Hoe je het ook wendt of keert, je merkt dat Nacon wat expertise heeft opgebouwd in Sony’s vrije sector. Waar het ertoe doet, voelt de controller immers overtuigend aan.
Met stevige Omron-knoppen lijken de iconische face buttons wel tegen een stootje te kunnen, maar ook die tweakbare pookjes komen fraai over. De grootte van de draaicirkel (en lichtere weerstand) stelt je in staat ook écht meer precisie te kunnen kweken — of je daar nu een eigenzinnige actuation curve voor maakt of niet.
Hetzelfde geldt voor de trekkers (en bumpers), die in vormgeving en gevoel meer naar Xbox’ model gevormd lijken. Ook daarmee is het mogelijk om meer af te stellen, wat ongetwijfeld de arcade-racers op PlayStation 4 tegemoet zal komen.
Teleurstelling achter de rug
De extra toetsen op de achterzijde? Die voelen jammer genoeg toch ietwat minder overtuigend. In tegenstelling tot losse “flippers”, kiest Nacon hier wederom voor vier platte knoppen die onder je vingertoppen prijken. Op papier kunnen die natuurlijk net zo veel als die uitbundigere flippertjes, maar het voelt aanvankelijk wel wat onwennig.
In die clutch-situatie is het bijvoorbeeld goed mogelijk dat je net niet de juiste knop weet te vinden — of dat je per ongeluk een andere indrukt. De stijve drukplaatjes liggen dan ook moeilijk dicht op elkaar en zijn, puur in vlug gevoel, niet wezenlijk van elkaar te onderscheiden.
Uiteindelijk kún je dus meer met een Revolution, maar het gaat wel gepaard met wat ontwenning en omscholing. Met daarbovenop dan nog avondje lang heen en weer lopen tussen je PlayStation en pc.
Niet écht PlayStation
Omdat PlayStation diens app-omgeving nog relatief gesloten houdt, kan Nacon jammer genoeg geen software aanleveren op de console zelf. Ergo: wie dus al die mooie instellingen wil aanpassen, moet dat doen op een pc.
Dan stel je dus iets in met Nacons eigen software, maar dien je voor de resultaten dus voortdurend te pendelen tussen spelcomputer en instelcomputer. Zo is het leven van een “pro gamer” vandaag de dag, blijkbaar.
Op zichzelf is dat absoluut geen doodzonde, maar het helpt natuurlijk niet mee dat Nacon qua software weinig revoluties teweeg weet te brengen. De Revolution Pro 3-software is, op zijn zachtst gezegd, niet enorm intuïtief…
De revolutie kan niet overal reiken
De mogelijkheid bestaat om profielen te delen en downloaden, maar zelf uitbundige aanpassingen netjes op de controller opslaan voor later? Het duurt even voordat je daar de finesse in vindt. De software wil te stoer overkomen (lees: chaotisch) om er snel kaas van te kunnen maken — en dat komt dan van iemand die met regelmaat in precies dit kaliber omgevingen duikt.
Zelf was ik bijvoorbeeld al nodeloos lang op de “Kleur”-knop aan het drukken, om er later achter te komen dat dat die “knop” een tabbladindicator voor moest stellen. Grafisch design is ook mijn passie. Andere (daadwerkelijke) knoppen ontbreken weer van tekst, terwijl hun icoontjes nauwelijks duidelijk zijn in wat ze precies voor handeling voor moeten stellen.
Eenmaal toch gevonden, bleek vervolgens weer dat ook die nieuwe kleurenfunctie niet enorm denderend ingezet is. Dat de verlichte ring rondom de rechterpook — van origine de enige afstelbare, vandaar de expliciete schijnwerper erop — nu van kleur kan veranderen, is een geinig extra stukje afstelbaarheid. Het feit dat de vier LED-jes echter niet volledig RGB (of functioneel) zijn of weinig imponerende effecten kennen? Dat nemen we dan maar even voor lief.
De software, minder prettige toetsen en andere opvallende haken en ogen; het is nog altijd geen reden om Nacon aan de schandpaal te nagelen, maar het voelt wel ietwat wrang aan. De Fransozen domineren dit veld nu al een paar jaar op rij; hoe kan het dan dat ze voor honderd euro nog steeds geen prettige software (of meer “revolutie”) teweeg kunnen brengen?
Nacon biedt op papier dus meer dan PlayStation zelf doet, maar het komt her en der vaak met een wat minder chique handvat. De controller kán je die dikke K/D-ratio gunnen, maar je moet ‘m wel enigszins tegemoetkomen.
Voor wie is het dan — en waarom?
De bottom line lijkt me helder; Nacon biedt de mogelijkheden die Sony zelf overslaat. Een andere lay-out, meer mogelijkheden en hogere precisie alom; het kan ook met de derde Revolution Pro Controller. De kanttekeningen liggen echter ook voor het oprapen; eer je dit allemaal zo heerlijk afstelt, ben je een avond aan ongemak verder.
Naast een barkie, dien je dus ook een paar uur ontwenning en omscholing neer te leggen voor die 360 noscopes of epische battle royale-winst. En ook dan valt er nog wat op- en aan te merken over Nacons “derde revolutie”.
Aan de ene kant toont Nacon kennis en kunde te hebben op het gebied van “professionele” controllers, anderzijds voelt het vaak ook nét niet. Voor een merk wat briljant ingesprongen is op een gapend gat in de markt, komen ze niet altijd even sterk uit de bus. De onwennige software en bijvoorbeeld die twijfelachtige rugtoetsen maken die premium-prijs toch weer minder verleidelijk.
Mocht je echter écht heel graag je PlayStation-game naar een hoger niveau tillen, dan blijft dat absoluut mogelijk met de Revolution Pro Controller 3. Drie jaar na dato is dat misschien geen heuse “revolutie” meer, maar Nacon evolueert het principe wel lekker door. Gooi daar dan betere software en de inclusie van flippers tegenaan, en we zijn al aardig op weg voor een vierde generatie…
Nacon Revolution Pro Controller 3
Kort door de bocht
Wat kost 't om een controller "professioneel" te maken?
In het geval van Nacons derde generatie, circa honderd euro.
Ga ik daar beter van gamen?
Met wat oefening, zeker. De pookjes en trekkers bieden meer precisie, de extra toetsen maken nieuwe knoppencombinaties mogelijk.
Waar liggen de keerzijdes?
Geen draadloze functionaliteit, kans op (veel) onwennig gepriegel.
Wie maak je hier dan echt blij mee?
De PlayStation-gamer die méér uit zijn/haar vingers wil halen — ook al kost dat meer tijd, geld of moeite.